Vluchtelingenopgaven
Gemeenten hebben grote uitdagingen om de verplichtingen als gevolg van de 'Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen' (Spreidingswet), de inspanningsverplichting voor opvang van Oekraïnse ontheemden en de taakstelling statushouders uit te voeren. Gebrek aan opvanglocaties en het beperkte aanbod van woningen voor statushouders ligt hieraan ten grondslag.
Het probleem om vluchtelingen op te vangen en te huisvesten is en blijft urgent. In de gemeente is sinds 2021 de gemeentelijke opvang van Oekraïnse ontheemden gevestigd aan de Vlietweg 16-17. Deze locatie is vanaf 2027 niet meer beschikbaar. Door het COA is in 2024 de opvanglocatie Overgoo 5 in gebruik genomen voor minderjarige asielzoekers en medio 2025 zal dat het geval zijn in het pand aan het Stationsplein 8. Voor de tijdelijke huisvesting van statushouders in het pand Van Ruysdaellaan 41-69 worden de mogelijkheden verkend, mede omdat de gemeente onder interbestuurlijk toezicht staat vanwege de achterstand in de taakstelling huisvesting vergunninghouders.
Bij de behandeling van de Jaarstukken 2023 is besloten tot het vormen van een bestemmingsreserve “vluchtelingen”, waaruit kosten gedekt kunnen worden voor de huisvestingsopgave van vermelde doelgroepen. Er is een bestedingsplan voor de inzet van de bestemmingsreserve in voorbereiding.
Wetsvoorstel Participatiewet in Balans
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een wetsvoorstel (Participatiewet in Balans) in gediend voor de aanpassing van de Participatiewet. Hiermee wordt ingezet op het wegnemen van hardheden uit de wet door mensen centraal te stellen en uit te gaan van vertrouwen. Het kabinet wil de Participatiewet beter laten aansluiten op wat mensen (aan)kunnen en nodig hebben. Professionals krijgen meer ruimte om hen daarbij te helpen
Het wetsvoorstel gaat onder andere in op het (verder) versterken van de vakkundigheid van de uitvoering en op passende ondersteuning om een maatschappelijke bijdrage te kunnen leveren via werk of andere vormen van participatie.
Wat de precieze organisatorische en financiële consequenties zijn voor de gemeente Leidschendam-Voorburg is momenteel nog niet duidelijk. Wel is helder dat de nieuwe wet onder andere eisen zal voorschrijven op het gebied van maatwerk en proportioneel sanctioneren (bijvoorbeeld bij het niet nakomen van wettelijke verplichtingen). Daarnaast zullen er circa 20 maatregelen en punten concreet wijzigen binnen de wet, welke in meer of mindere mate grote gevolgen hebben voor de uitvoering en bijstandsgerechtigden.
Toegang Sociaal Domein
De Toegang Sociaal Domein gaat over de manier waarop inwoners contact kunnen zoeken voor vragen en eventuele ondersteuning of zorg binnen het Sociaal Domein. Dat gaat om vragen rondom jeugdhulp, Wmo en Werk en Inkomen. Er zijn diverse landelijke ontwikkelingen die eisen aan gemeenten stellen over hoe de toegang eruit moet zien (Richtinggevende Kader). Er vindt momenteel een verkenning plaats waar in beeld wordt gebracht hoe die toegang er op dit moment uitziet en hoe toekomstbestendig deze is. Deze verkenning is mede op verzoek van de gemeenteraad die moties heeft ingediend om de toegang zo laagdrempelig mogelijk te organiseren. De verkenning is gebaseerd op het Verkenningsinstrument Toegang dat de VNG heeft ontwikkeld, aangevuld met gesprekken met consulenten, teamleiders, maatschappelijke organisaties en inwoners en diverse beleidsdocumenten. Het resultaat van deze verkenning is een analyse van de huidige situatie van de toegang en sorteert voor op het (her)formuleren van inhoudelijke uitgangspunten. Daaruit zal een ontwikkelopgave op hoofdlijnen volgen die richting geeft aan het (her)inrichten van de toegang en de samenhang borgt met andere initiatieven zoals het Actieplan Jeugd en het versterken van de aanpak meervoudige problematiek (Wams).
Implementatie Wams (Wetsvoorstel aanpak meervoudige problematiek sociaal domein)
De Wams is controversieel verklaard, met als gevolg dat de implementatie van de wet is uitgesteld tot een nader te bepalen datum. Door de projectgroep Wams is onderzocht wat de impact van de invoering van de wet zou zijn op de gemeente. Vanuit dit project is geconcludeerd dat een gedeelte van de nieuwe werkwijze (versterken van de aanpak meervoudige problematiek) alvast in een pilot kan worden uitgeprobeerd. Hierbij wordt enkel de doelgroep die openstaat voor deze aanpak meegenomen. Aan zowel de uitvoering van de pilot als de daadwerkelijke invoering van de Wams zijn kosten verbonden. Gekeken wordt of de pilot in 2025 kan starten.
Actieplan Jeugd
Vanwege de oplopende kosten van jeugdhulp is lokaal een Actieplan gestart om langs de lijn van de inhoud tot een verlaging van het aantal jongeren in de jeugdhulp te komen en een daling van de kosten. Het risico is reëel dat het gewenste financiële effect binnen het Actieplan wordt behaald, maar dat er toch sprake zal zijn van stijgende kosten als gevolg van onder andere grotere inzet van hoog specialistische zorg vanuit het Landelijk Transitie Arrangement, door het verlagen van de caseload bij de gecertificeerde instellingen, het verkleinen van de groepen bij jeugdhulp met verblijf (JeugdzorgPlus) en de inzet van intensieve ambulante zorg om uithuisplaatsing te voorkomen.
Met de transformatie van de jeugdhulp wordt ingezet op een inhoudelijk beter en goedkoper stelsel. Binnen de jeugdhulp wordt ingezet op verandering waarvan het resultaat onzeker is.
Nieuwe aanbestedingen Jeugdzorg
In 2025 wordt gestart met een regionaal inkooptraject voor jeugdhulp. Er worden verschillende risico’s in beeld gebracht en, afhankelijk van de omvang van het risico, voorzien van beheersmaatregelen. Belangrijke randvoorwaarde voor de regionale inkoop is dat de gemeenten lokaal hun toegang en de sociaal, pedagogische basis op orde hebben. Dat betekent dat zowel de toegang als de sociaal, pedagogische basis moeten aansluiten op de regionaal ingekochte jeugdhulp zodat jongeren niet tussen wal en schip terechtkomen.
Hervormingsagenda Jeugd
De deskundigencommissie Van Ark beoordeelt wie verantwoordelijk is voor het financiële risico als de bezuinigingen vanuit de Hervormingsagenda niet worden gerealiseerd. Zij hebben geconcludeerd dat de voortgang en de effectiviteit van de benodigde maatregelen onvoldoende van de grond komt door een te hoge planningsambitie en een te strak financieel keurslijf. In het adviesrapport van de commissie is het volgende opgenomen:
- De tekorten over 2023 en 2024 zijn een gedeelde verantwoordelijkheid van Rijk en gemeenten;
- Het meerjarig financieel kader verdient actualisatie, gebaseerd op een definitieve vaststelling van het budget voor 2025;
- Het is niet wenselijk en niet haalbaar om de beoogde besparingen vanaf 2026 te handhaven, zoals opgenomen in het meerjarig financieel kader in de Hervormingsagenda;
- De commissie adviseert het Rijk om tot 2028 de besparing als PM-post op te nemen in de rijksbegroting.
Het is nog niet bekend of het Rijk de adviezen van de commissie overneemt.
Haags toekomstperspectief jeugd- en gezinshulp
De gemeente Den Haag heeft met ingang van 1 januari 2024 de jeugdhulp deels op een andere manier ingericht. Om dat te realiseren heeft gemeente Den Haag een substantieel deel van de jeugdhulp die regionaal werd ingekocht, lokaal ingekocht. De Haagse plannen kunnen onder meer gevolgen hebben voor het zorglandschap (beschikbare jeugdhulp) in de regio. Op basis van een impactanalyse met beheersmaatregelen wordt met gemeente Den Haag gemonitord wat de effecten zijn en hoe eventuele negatieve effecten voor de regiogemeenten kunnen worden geminimaliseerd. Het eerste jaar is inmiddels afgerond. Op basis van de jaarrekeningen 2024 van de aanbieders van Jeugdhulp kan worden bekeken of er effecten zijn van het Haags toekomstperspectief. De Jeugdautoriteit volgt ook de ontwikkelingen van gemeenten en regio’s die met een taakgerichte opdracht de jeugdhulp hebben vormgegeven.
Bezuiniging gemeenschappelijke regelingen
Met de kaderbrief aan de gemeenschappelijke regelingen is de financiële taakstelling die bij gemeente aan de orde is, ook neergelegd bij de gemeenschappelijke regelingen. Voor jeugdhulp zijn de gemeenschappelijke regelingen GGD-Veilig Thuis Haaglanden en het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden van belang. De taakstelling bij Veilig Thuis kan de druk op onze lokale toegang vergroten omdat Veilig Thuis mogelijk eerder naar de lokale toegang gaat verwijzen. De bezuiniging bij het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden kan effect hebben op de sturing op de zorgaanbieders waarmee de ambitie op scherpere sturing onder druk komt te staan. De bezuiniging bij de GGD kan ervoor zorgen dat de wettelijke taken onder druk komen te staan, bijvoorbeeld om infectieziektebestrijding goed uit te kunnen voeren. Zo is er een risico dat infectieziekten nauwelijks ingeperkt kunnen worden door minder flexibele inzet vanuit het bezuinigde directiebudget.
Hervormingsagenda inkomensondersteuning
De Hervormingsagenda inkomensondersteuning van de Rijksoverheid streeft drie doelen na: inkomensondersteuning moet mensen zekerheid bieden, makkelijker te begrijpen zijn en (meer) werk moet lonen. Door de sociale zekerheid, toeslagen en inkomstenbelasting te hervormen. Vanuit de Hervormingsagenda verwachten we de volgende ontwikkelingen die van invloed zijn op ons werk, onze organisatie en onze financiën:
- Alleenverdienersproblematiek tijdelijke regeling
- Suwi-wetgeving arbeidsmarktregio
- Nieuwe wet handhaving sociale zekerheid
- Participatiewet in balans
- Wet proactieve dienstverlening
Schuldhulpverlening, werk en inburgering
Op gebied van schuldhulpverlening, werk en inburgering zien wij aanvullend op bovenstaande, de volgende ontwikkelingen voor de komende jaren:
- Mogelijk structurele tekorten uitvoering inburgering
Het budget voor de uitvoeringskosten voor de Wet inburgering 2021 is niet meegegroeid met het aantal inburgeraars. Dit zorgt ervoor dat elke gemeente tekorten heeft op dit budget. Dit is bekend bij het Rijk en zij hebben toegezegd met een tegemoetkoming te komen per 2026. Hoe hoog die tegemoetkoming is, en of het het gehele tekort dekt, is echter nog onbekend.
- Asielwetgeving
Dit betreft de landelijke ontwikkelingen rondom deze thematiek en het effect ervan op activiteiten van de gemeente, zoals de doorstroomlocatie en de taakstelling voor huisvesting. De implementatie van nieuwe en veranderde wetgeving vraagt extra capaciteit. Het is onduidelijk of er budget komt van het Rijk. Het is dan de vraag of we de wettelijke taken in kader van instroom en begeleiding op tijd kunnen uitvoeren.
- Evaluatie van het Re-integratie en Participatie beleid mogelijk vervolg van de inzet van de leerwerkmakelaar, matchmakers en participatieconsulent.
In 2025 evalueert de gemeente de inzet van de leerwerkmakelaar, matchmakers en twee extra participatieconsulenten. Het is nog niet duidelijk of de gemeenteraad de inzet van deze functies al dan niet structureel wil voorzetten. Dit is afhankelijk van de evaluatie en of er geld beschikbaar is. Als we stoppen met de inzet, is het risico dat we minder uitstroom realiseren naar werk en of participatie.
- Status en opvang Oekraïense ontheemden
Gemeenten ervaren uitdagingen rondom de opvang en status van Oekraïnse ontheemden. Komende jaren gaat het budget vanuit het Rijk voor gemeentelijke opvang Oekraïners naar beneden, dat betekent dat we mogelijk onvoldoende budget hebben voor de uitvoering van taken zoals de controle op leefgeld of eigen bijdrage.
- Schuldhulpprogramma Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Vanuit het schuldhulpprogramma van SZW is extra budget voor vroegsignalering beschikbaar tot en met 2030. Het is nog onduidelijk of er vervolgens structureel meer capaciteit nodig is. Vanuit het programma komen nog meer plannen, maar per wanneer en in hoeverre daar budget voor meekomt is nog onduidelijk.
Vraag naar Wmo
Inwoners worden steeds ouder. Niet alleen de leeftijd neemt toe, maar daarmee ook het aantal oudere inwoners. Zo was in 2023 11,6% van de inwoners van onze gemeente 75-plus. Het is de verwachting dat dit in 2025 toeneemt naar ruim 18%. Hiermee zal ook het aandeel inwoners met een (ouderdoms)ziekte vergroten. Zo wordt verwacht dat het aantal inwoners met dementie bijna verdubbelt van 1.700 in 2023 naar 3.300 inwoners in 2050.
Het aantal inwoners dat komende jaren een beroep gaat doen op de Wmo gaat hiermee toenemen. Ook worden de vragen complexer; enerzijds door meer inwoners met dementie en anderzijds doordat ook het aantal inwoners met GGZ-problematiek toeneemt. Tegelijkertijd is het vraag wat de landelijke invoering van een inkomensafhankelijke bijdrage voor uitwerking gaat hebben op de vraag naar Wmo en in hoeverre dit een remmend effect gaat hebben.
Wijkaanpak Bovenveen midden
De buurt Bovenveen midden kampt met uitdagingen. Uit zowel de cijfers als de signalen die inwoners en buurtprofessionals delen, gaat het in Bovenveen midden (in acht straten) minder goed dan in het overgrote deel van de rest van de wijk Bovenveen en van Voorburg.
Ook het college, dat in april 2024 een bezoek bracht, heeft dit gezien en heeft aangegeven in te willen zetten op verbetering van een aantal zaken in deze buurt. Denk hierbij aan overlast in de buurt waaronder verrommeling in de openbare ruimte, onderwijsachterstanden en armoede. Om verslechtering van de situatie in deze buurt tegen te gaan en ervoor te zorgen dat de buurt sterker wordt op verschillende thema’s, is een integrale aanpak nodig.
Schoolveiligheid
Schoolveiligheid is zowel landelijk als binnen onze gemeente een actueel en urgent thema. Door de toename van straatcultuur binnen scholen en de complexe invloed van digitale platforms, worden scholen geconfronteerd met nieuwe, ingrijpende uitdagingen. Dagelijks krijgen zij te maken met leerlingen die onveilig zijn voor zichzelf, voor anderen en voor het schoolpersoneel. Hierdoor komen scholen steeds meer onder druk te staan en raakt de focus op hun kerntaak – het bieden van goed onderwijs – in het gedrang.
De problematiek beperkt zich niet tot de schoolomgeving; incidenten verplaatsen zich naar de straat en naar online platforms, wat ook leidt tot bredere maatschappelijke onrust. Vanuit deze ontwikkelingen is er een groeiende behoefte aan een integrale benadering van veiligheid, waarbij de domeinen school, straat en thuis actief met elkaar verbonden worden.
Binnen Leidschendam-Voorburg wordt daarom ingezet op een versterking van de schoolveiligheid. Kernteams, bestaande uit verschillende veiligheidspartners, worden op scholen ingezet om snel en adequaat op signalen en incidenten te kunnen reageren. Tegelijkertijd wordt gewerkt aan een duurzame samenwerking, gericht op het vergroten van de weerbaarheid en handelingsbekwaamheid van scholen. Ook wordt ingezet op het versterken van de samenwerking, het vergroten van het commitment en de integraliteit, en het structureel borgen van een effectieve aanpak binnen het schoolbeleid.
Het streven is dat in 2026 alle VO-scholen in Leidschendam-Voorburg beschikken over een actueel en gedragen veiligheidsplan en dat de borging van schoolveiligheid een structureel onderdeel vormt van hun beleid. De gemeente faciliteert dit proces door het organiseren van de juiste randvoorwaarden, middelen en ondersteuningsstructuren, met als uiteindelijk doel dat scholen zelfstandig en duurzaam een veilige leeromgeving kunnen waarborgen.